Groen roept Oostende op om positief te antwoorden op oproep Theo Francken en dus 1 of 2 families oorlogsvluchtelingen uit Syrië op te vangen

06 Mei 2015

  Miljoenen mensen zijn op de vlucht voor de oorlog in Syrië. Buurlanden als Libanon en Turkije vangen elk tussen 1 en 1,5 miljoen oorlogsvluchtelingen op. België wil dit jaar 550 oorlogsvluchtelingen hervestigen. Vorige week deed Staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (N-VA) een oproep aan alle gemeenten om mee verantwoordelijkheid te nemen om 1 of 2 families van oorlogsvluchtelingen de kans te geven op een nieuw leven. Een

brief vanuit het kabinet is vertrokken naar alle OCMW's. De vraag is nu: wat zal Oostende doen?

OCMW-raadslid Bert Peirsegaele stelt vandaag voor om positief te antwoorden op de oproep van Theo Francken en in Oostende enkele families op te nemen. "Diezelfde partijen die op nationaal niveau beslist hebben om oorlogsvluchtelingen in ons land op te vangen, hebben vandaag de kans om het niet alleen bij mooie woorden te laten, maar ook effectief de handen uit de mouwen te steken."

"Het Oostendse bestuur, met nochtans de SP.A als grootste partij, heeft een barslechte reputatie op dat vlak", zegt Kamerlid en Oostends fractieleider Wouter De Vriendt (Groen). Uit antwoord van Theo Francken op parlementaire vraag van begin februari blijkt dat Oostende zich in 2013 en 2014 nooit bereid getoond om oorlogsvluchtelingen mee te helpen opvangen. Dit in tegenstelling tot de andere centrumsteden in onze provincie Brugge, Roeselare en Kortrijk. En andere kleinere gemeenten.

Wouter De Vriendt: "We kunnen niet iedereen opvangen en van open grenzen kan geen sprake zijn. Maar als het gaat om mensen te helpen die in verschrikkelijke omstandigheden een oorlog ontvluchten, is een minimum aan engagement nodig. Het is een kwestie van elementaire menselijkheid en solidariteit. Iedereen moet zijn steentje bijdragen. Het is beschamend vast te stellen dat Oostende nu al twee jaar lang doet alsof haar neus bloedt en weigert om oorlogsvluchtelingen op te vangen, al gaat het maar om enkele mensen, in tegenstelling tot de andere centrumsteden in onze provincie."

Belangrijk om te weten is dat de hervestiging van een oorlogsvluchteling amper iets kost aan de lokale overheid. Het leefloon wordt gedurende een periode van vijf jaar voor 100% betaald door de federale overheid. Bovendien krijgt het OCMW per oorlogsvluchteling 2.500 euro. Voor een gezin met 3 kinderen komt dat neer op 12.500 euro. Bijkomende financiële tegemoetkomingen op het vlak van huisvesting zijn mogelijk.

Ook op andere vlakken inzake vluchtelingen kijkt Oostende de andere kant uit. Zo is er ook géén lokaal opvanginitiatief voor asielzoekers door het OCMW, nochtans een essentiële pijler in het Belgische opvangmodel. Enkel de NGO Caritas deed aan opvang in Oostende, maar sinds september 2014 werden alle plaatsen omgevormd tot bufferplaatsen. Die plaatsen staan allemaal leeg.

Oostende doet enkel waartoe het wettelijk verplicht is (erkende asielzoekers die beslissen in Oostende te komen wonen, begeleiden). De federale overheid kan Oostende niet verplichten om mee te werken aan de hervestiging of opvang van vluchtelingen, dat blijven vrijwillige daden van solidariteit, en al die vragen legt Oostende nu al jaren naast zich neer.

Wouter De Vriendt en Bert Peirsegaele besluiten: "We mogen onze ogen niet sluiten voor de oorlogsgruwel in Syrië. 100 jaar geleden stond het Europese continent in brand en toen sloegen we vanuit België op de vlucht. Het zou de Oostendse meerderheidspartijen sieren om daar in de huidige discussie eens aan terug te denken. Het wordt tijd dat we ook in Oostende ons menselijk gelaat tonen en ingaan op de vraag naar extra opvang van de regering."

Bert Peirsegaele, OCMW-raadslid

Wouter De Vriendt, Kamerlid en fractieleider gemeenteraad