Onze droom voor Oostende

06 Januari 2015

Een goed beleid heeft een toekomstvisie. Een begroting 2015 moet meer zijn dan een gortdroge opsomming van beleidsmaatregelen. Laten we in deze begrotingszitting starten met een compliment voor de manier waarop Schepen van Financiën Hilde Veulemans deze begrotingsdiscussie met de GRleden heeft voorbereid. In alle openheid, met alle tijd voor vragen en opmerkingen. Zoals het hoort, maar toch dank daarvoor. Eerst een algemene vaststelling. Het is zoeken met een verrekijker naar een visie in deze begroting. Er is geen beleidsnota met de belangrijkste doelstellingen, zoals vorig jaar. Enkel een opsomming van alle doelstellingen en actieplannen, zonder prioriteiten. Elke schepen heeft binnen de eigen bevoegdheden zijn huiswerk gemaakt en daar stopt het.

Te weinig mensen op het stadhuis stellen zich de vraag: in welke stad willen we leven? Wat is onze droom voor Oostende? Waar willen we binnen 15 jaar staan? Welke keuzes maken we? Het is het verschil tussen meesurfen op de golven en kijken wat er op ons afkomt: de vergrijzing, de instroom tweedeverblijvers, de werkloosheid, enz. Of zelf een stad kneden en vormgeven.

De visie van Groen is duidelijk. Oostende is een prachtige stad, de enige stad aan zee, met veel troeven in handen. Wij willen een dynamische, energieke stad met dat tikkeltje anarchie die zo typisch is voor de Oostendenaar. Wat betekent dat concreet?

  • Groen wil een "gezinnentoets". Bij elke nieuwe beleidsmaatregel moeten we ons afvragen of gezinnen er baat bij hebben of niet. Het aantal kinderen (0-19 jaar) is in 2014 in Oostende gezakt tot 97,1% van het aantal in 2004. In de 15 andere grote Vlaamse steden is dat gemiddeld gestegen tot 112,8% (bron: Profielschets najaar 2014, Agentschap Binnenlands Bestuur Vlaanderen). Dat is een alarm dat moet afgaan.
  • Kiezen voor gezinnen en jonge mensen: meer betaalbare gezinswoningen voorzien in plaats van te blijven inzetten op dure appartementenbouw.
  • Een doorlichting van ons beleid inzake kinderopvang. Er zijn in 2013 in Oostende 38,6 plaatsen voor elke 100 kinderen tussen 0-2,5 jaar, en dat is al stabiel sinds 2011. In de 15 grote steden is dat wel gestegen, tot gemiddeld 43,6%. Kinderopvang is essentieel om mensen met kinderen naar onze stad aan te trekken.
  • Het hoofdstuk economie in de begroting is bijzonder vaag en beknopt. Inzetten op vernieuwende economie. Vlaanderen hinkt achterop inzake innovatie. Oostende kan voortrekker zijn in nieuwe ontwikkelingen in de sectoren waarin we potentieel hebben: maritiem, energie, gezondheidszorg, toerisme. Dat vereist een strategische keuze: waarin staan we sterk, waarop willen we vooral inzetten? De inkomsten uit de personenbelasting, als graadmeter voor sociaal-economisch profiel van de bevolking, blijft al jarenlang dalen. In 2015 slechts een minieme daling (van 15,64 miljoen euro in 2014 naar 15,63 miljoen euro), maar trend nog altijd niet gekeerd.
  • Altijd kiezen voor kwaliteit, voor kwaliteit van leven. Dat betekent ook mobiliteit op maat van fietsers en voetgangers, in plaats van de auto overal vrij spel te geven, tot in het stadscentrum toe. Andere steden staan op dat vlak veel verder en we zien dat de stadscentra opbloeien, waar wél moedige keuzes worden gemaakt. Dat gaat over fietsstraten met voorrang voor fietsers, over verkeersvrije wandelzones, tot veilige autoluwe routes voor kinderen naar school.

Mijn collega's Sofie Cloet, Natacha Waldmann en Collins Nweke zullen er hieronder uitgebreid op in gaan.

Wouter De Vriendt.

Klik hier voor de tussenkomsten van Natacha Waldmann, Collins Nweke en Sofie Cloet.