Stad Oostende moet actief stimulerende maatregelen nemen voor het behoud van de uitgaansbuurt Langestraat

29 April 2016

Stad Oostende moet actief stimulerende maatregelen nemen voor het behoud van de uitgaansbuurt Langestraat

Recent zagen we opnieuw 4 zaken sluiten in de Langestraat, de eigenaar gaf aan dat hier geen nieuwe horecapanden zouden komen en deed straffe uitspraken over het uitgaansleven in Oostende, dat om zeep zou zijn. Zonder standpunt in te nemen in deze specifieke zaak, legt de man de vinger op de wonde: onze uitgaansbuurt blijft inkrimpen en geen haan binnen het stadsbestuur dat ernaar kraait. De neergang is gestart met het Nieuw Helmond, een gebouw dat een enorme impact op de buurt heeft gehad en de beweging naar een woonfunctie voor die buurt heeft versneld.   Nu hebben we de Rialto, dat eveneens zal vervangen worden door een woonproject, waarbij Oostendenaren gepaaid werden met het vooruitzicht op nieuwe horeca. We vernemen via de pers dat het vooral om 'daghoreca' zou gaan. De krant liet optekenen dat het horeca zou zijn voor jong en oud. Ik versta daar een tea-room onder. Met pannenkoeken. Voor oma, opa en de kleinkinderen. Toch een licht verschil met waar ik aan denk als ik het woord "uitgaansbuurt" hoor.

 

 

In het verleden en bij eerdere interpellaties van Groen gaf schepen Claeys aan dat er wel waarde werd gehecht aan de uitgaansbuurt in Oostende. Ik las dan ook met grote belangstelling de reactie van de schepen in De Zeewacht op de recente actie van Jong Groen met betrekking tot het behoud van onze uitgaansbuurt. Ik citeer: "Als stad kunnen wij niet tegenhouden dat private personen een opportuniteit aangrijpen om hun eigendom te verkopen. Maar we zorgen er wel voor dat wat in de plaats komt, rekening houdt met het karakter van de Langestraat."

 

Wat bedoelt u daar dan precies mee? Bedoelt u dat de Stad ijvert naar het behoud van een uitgaansbuurt en dus ook bereid is om striktere maatregelen te nemen zodat het behoud van het aantal cafés bijvoorbeeld nagestreefd wordt? Of dat u ernaar streeft om voor de woonprojecten die in de plaats komen zo min mogelijk overlast te voorzien? Want tea-rooms en brasseries voorzien waar vroeger bloeiende cafés waren, is voor mij niet echt rekening houden met het karakter van de Langestraat. Ergens onderweg bent u mij kwijtgeraakt, vrees ik.

Tot nu toe pakt u steevast uit met veiligheid: we streven naar een veilige uitgaansbuurt, veiligheid in uitgaansbeleid enz? Maar wat met sfeer? Wat met aanbod? Wat met diversiteit in de verschillende zaken? Ook de laatste berichtgeving, het startschot dat gegeven werd voor een nieuwe promotiecampagne, focust op veiligheid. Met alle respect maar "Uitgaan moet veilig, gezond en plezierig zijn" kan men bezwaarlijk een wervende quote noemen. Het is zelfs gewoon een onvoorstelbaar bejaard klinkende slogan, als u mij toestaat.

 

Wat ons betreft is het vijf voor twaalf. Als het stadsbestuur geen duidelijk strategische doelstellingen voorziet voor de uitgaansbuurt als locatie dan is deze gedoemd om te verdwijnen. Leg dat naast de pertinente weigering van de Stad om iets te doen aan het gebrek aan fuifzalen en ga dan nog maar eens uitleggen dat we echt proberen om onze jongeren in de stad te houden.

 

Graag dus een antwoord op de volgende vragen:

 

-    Heeft de stad uitgeschreven strategische doelen voor de uitgaansbuurt die het aspect 'veiligheid' en 'gezondheid' overstijgen?

-    Is er een visie betreffende het specifiek karakter van de zaken die zich in die uitgaansbuurt vestigen? Is er onderzoek gebeurd? Heeft men in kaart gebracht welk publiek men wil aantrekken en welk aanbod hierbij hoort? Kortom, wil men het karakter van de buurt vrijwaren en neemt men hier maatregelen toe?

-    Kan het Stadsatelier ook hier ingeschakeld worden wat betreft strategische visiebepaling? Is er bereidheid om eigenaren op vlak van ruimtelijke ordening een aantal bijkomende voorwaarden op te leggen zodat het slopen van horecazaken om ze te vervangen door woningbouw onmogelijk wordt gemaakt?

-    Is de stad bereid om actief stimulerende maatregelen te nemen voor het behoud van de uitgaansbuurt? Op vlak van ruimtelijke ordening, maar ook door bijvoorbeeld inschakeling van het economisch huis? De centrummanager heeft de opdracht om de binnenstad aantrekkelijker te maken. Momenteel ligt de focus op shopping. Kan deze opdracht ook uitgebreid worden naar uitgaansbeleid? Of kan dit deel specifiek uitgelicht worden en toegevoegd aan het beleidsdomein toerisme, als het echt teveel gevraagd is om dit voor onze eigen inwoners te doen?

 

Natacha Waldmann