Groen vraagt bundeling van de politieke krachten voor de visserij in Oostende

26 Januari 2013

Voor het tweede jaar op rij haalt de Oostendse vismijn de doelstelling niet om 45% van de totale visaanvoer in de Vlaamse Visveiling aan te trekken. Dat wordt aangetoond door nieuwe cijfers. Kamerlid en Oostends fractieleider Wouter De Vriendt (Groen) stelt vast dat de overeenkomst tussen Oostende en Zeebrugge niet nageleefd wordt. Als deze trend zich doorzet tot in 2015 volgen forse boetes. Verder blijven we in het ongewisse over de aangekondigde bouw van een nieuwe vismijn.  De nieuwe "Vlaamse Visveiling" boekte een stijging van de aanvoer met 3,6%, van 17.518 ton in 2011 naar 18.153 ton vis in 2012. De omzet moest 7,7% inleveren, voornamelijk te wijten aan dalende prijzen. Oostende neemt van de totale visaanvoer 35% voor haar rekening. Dat is iets beter dan in 2011 (31%), maar nog altijd ver verwijderd van de 45%-doelstelling. Voor het tweede jaar op rij worden de afspraken tussen Zeebrugge en Oostende niet nageleefd. 2012 is het tweede jaar na de fusie tussen de Oostendse en Zeebrugse visveilingen. De overeenkomst met Zeebrugge bepaalt dat minimum 45% van de visaanvoer via de Vlaamse Visveiling in Oostende moet verhandeld worden, in een vijfjarige periode 2011-2015. Na afloop van deze periode wordt de rekening gemaakt en voor elk procent dat ze onder de minimumverplichting blijven, moet aan Oostende een boete van 1 miljoen euro betaald worden. Na twee jaar zit Oostende aan een gemiddelde van 33%. 

"De visaanvoer in Oostende is gestegen in 2012, maar ten opzichte van Zeebrugge blijven we achterop hinken. Voor het tweede jaar op rij schendt de Vlaamse Visveiling de gemaakte afspraken", zegt Wouter De Vriendt (Groen).  De facto zijn het de vroegere eigenaars van de Zeebrugse visveiling die de Oostendse vismijn in handen hebben gekregen. "Wij vrezen dat zij bewust zoveel mogelijk vis naar Zeebrugge afleiden, om zo op termijn het nut van een vestiging in Oostende in vraag te stellen. Nochtans bewijst de stijging van de totale visaanvoer dat de sector wel degelijk nog een toekomst heeft, zeker als ze voluit de omslag maakt naar duurzame visserij. Oostende moet haar rechtmatig deel krijgen, zeker omdat we over belangrijke troeven beschikken: veel expertise, snel laden en lossen van de schepen en een goede verbinding met het achterland", vindt De Vriendt. 

"De beloftes ten tijde van de oprichting van de Vlaamse Visveiling eind 2010 waren mooi, maar de realiteit anno 2013 is anders", benadrukt De Vriendt. "Er is meer nodig dan mooie woorden, maar een bundeling van alle politieke krachten op alle beleidsniveaus. Groen zal de houding van het stadsbestuur bevragen en ook in het Vlaams Parlement zal parlementslid Bart Caron (Groen) vragen stellen. We hopen van de andere partijen hetzelfde." Niet in het minst moet het stadsbestuur de golf van dure appartementenbouw op de Oosteroever herzien, om voldoende kansen te bieden aan een groei van de visserij in Oostende. De KMO's en werkgevers in de haven- en visserijsector verdienen ondersteuning en de plannen voor het dempen van het visserijdok moeten wat Groen betreft definitief opgeborgen worden.