De duidelijk en zo bondig mogelijk geformuleerde vragen dienen schriftelijk te worden bezorgd aan de stadssecretaris, uiterlijk vijf werkdagen (d.i. elke weekdag behalve de zaterdag en zondag) vóór de gemeenteraadszitting. De vraagsteller vermeldt zijn identiteit en adres, en duidt het lid van het schepencollege aan, aan wie de vraag gericht is. Per zitting kan elke inwoner maximum twee vragen indienen.
De vragen mogen enkel betrekking hebben op materies die tot de stedelijke bevoegdheid behoren. Tevens mogen de vragen geen persoonlijke aanvallen of beledigingen inhouden, en geen persoonsgebonden materies aanraken.
De voorzitter oordeelt over de ontvankelijkheid van de vraag. Wordt een vraag onontvankelijk verklaard, dan stelt de stadssecretaris de indiener daarvan onmiddellijk op de hoogte.
De vragen worden chronologisch behandeld, volgens het tijdstip van de indiening. De voorzitter verleent daartoe het woord aan de respectieve vraagstellers. Indien dezelfde vraag werd ingediend, wordt het woord verleend aan de eerste indiener. De vraagsteller geeft voorlezing van zijn ingediende vraag. De spreektijd per vraag wordt in elk geval beperkt tot 5 minuten. Na de vraag wordt het woord verleend aan het lid van het College van Burgemeester en Schepenen. Hij/zij heeft het recht het antwoord in beraad te houden teneinde informatie in te winnen of overleg te plegen omtrent de gestelde vraag. In dit geval zal de vraag schriftelijk beantwoord worden binnen de 30 dagen na de zitting. De vragen of antwoorden kunnen geen aanleiding geven tot discussie, debat of stemming. Andere raadsleden kunnen niet tussenkomen.
Reacties
Aanmelden via
Facebook Twitter