Oostende vraagt een vrijstelling aan voor het aanvragen van advies aan de gewestelijke ambtenaar in de procedures tot ongeschikt-, onbewoonbaar- en overbewoondverklaring

29 April 2016

Oostende vraagt een vrijstelling aan voor het aanvragen van advies aan de gewestelijke ambtenaar in de procedures tot ongeschikt-, onbewoonbaar- en overbewoondverklaring

Oostende vraagt een vrijstelling aan voor het aanvragen van advies aan de gewestelijke ambtenaar in de procedures tot ongeschikt-, onbewoonbaar- en overbewoondverklaring. Een korte bedenking; de motivatie voor het vragen van deze vrijstelling is er één van tijdswinst. Dat is zeker te begrijpen, maar we willen dit criterium niet helemaal los zien van een ander opvallend feit.   In het verleden werden namelijk heel wat van de adviezen niet gevolgd. Uit de profielschets van de Stad Oostende halen we volgende cijfers. In 2006 verklaarde de Oostendse burgemeester 38% van de door de gewestelijk ambtenaar

gemelde onbewoonbaarheid/ongeschiktheid effectief ongeschikt. In 2013 verklaarde de burgemeester maar 14% van de meldingen definitief ongeschikt/onbewoonbaar. Het advies van de gewestelijk ambtenaar wordt dus amper gevolgd.

 

 

Het is een feit dat het hier om niet-bindende adviezen gaat, maar toch zet het aan tot nadenken. De stad legt het merendeel van de adviezen naast zich neer, betekent dat dat de stad minder strenge criteria hanteert wat betreft woonkwaliteit? De procedure start met een stedelijke onderzoeker die vaststellingen doet, dit gaat naar de gewestelijke ambtenaar. Als die de ongeschiktheid bevestigt komt het bij de burgemeester die het blijkbaar in meer dan 4 op 5 gevallen van tafel veegt.

 

Welke criteria leiden ertoe dat het stadsbestuur twee vaststellingen alsnog teniet doet? Hanteert de stad Oostende dan andere criteria wat betreft woonkwaliteit dan Wonen Vlaanderen?