Uitbreiding kinderopvang Wiegelied: 40.000 euro Oostends geld in de vuilbak

10 November 2015

Uitbreiding kinderopvang Wiegelied: 40.000 euro Oostends geld in de vuilbak

Dit punt roept bij ons toch wat vragen op, gezien het gaat om een dadingsovereenkomst waarbij de Stad 40.000 euro schadevergoeding dient te betalen aan een privé-onderneming voor het niet naleven van een contract. Waar gaat het over? Kinderdagverblijf Wiegelied kreeg in 2010 een goedkeuring door Kind en gezin om uit te breiden met 12 plaatsen, naar aanleiding waarvan er dus een structureel plaatsgebrek in de gebouwen zou zijn en er nood was aan aanpassingswerken in het bestaande gebouw. Om die werken te kunnen uitvoeren zouden containergebouwen geplaatst worden in de tuin zodat men de overlast kan vermijden en de opvang van de kinderen verder kan zetten tijdens de duur van de werken. Voor die containergebouwen wordt in 2012 een stedenbouwkundige vergunning afgeleverd door de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar.

In 2013 schrijft het college van Burgemeester en Schepenen een overheidsopdracht uit te schrijven voor het leveren en verhuren van tijdelijke containergebouwen op de site. De gunning hiervan zou naar Jan Snel Belgium gaan, voor een bedrag van meer dan 525.000 euro, inclusief BTW.

Maar kort daarna bleek dat de opstelling van de containers zoals die in het bestek en dus ook in de offerte van de aannemer was voorzien, niet conform was aan de wetgeving betreffende de afstand tot de aangrenzende percelen. Ook aan de voorschriften inzake brandveiligheid voldeed het niet. Er zouden heel wat meerwerken moeten uitgevoerd worden die de prijs dermate de lucht in zouden laten schieten dat een nieuwbouw economisch gezien een betere keuze werd.

Naar aanleiding hiervan heeft de Stad de overeenkomst met Jan Snel verbroken, waarna een betwisting is ontstaan met betrekking tot het schadeloos stellen van Jan Snel Belgium voor gederfde inkomsten. Dit zou nu dus beslecht worden door vanuit de Stad 40.000 euro te betalen aan de aannemer, vermeerderd met de kost voor reëel uitgevoerde werken voordien.

40.000 euro in de vuilbak dus, want er is daar nog geen steen verzet in Wiegelied. Mijn vraag is dus in eerste instantie wat we hieruit kunnen leren.

-    Hoe komt het dat met de geldende voorschriften geen rekening gehouden werd in het oorspronkelijk bestek? Is dit de verantwoordelijkheid van de Stad?

-    Hoe kunnen we de kans op een herhaling hiervan in de toekomst verkleinen? Welke controle-organen moet zo'n bestek passeren vooraleer het goedgekeurd de deur uitgaat?

 

Natacha Waldmann, gemeenteraadslid.