Cumul van OCMW-voorzitter roept deontologische vragen op

15 Februari 2013

Cumul van OCMW-voorzitter roept deontologische vragen op

Vanessa Vens cumuleert het OCMW-voorzitterschap met de job van directeur van één van de twee sociale huisvestingsmaatschappijen in Oostende. Dit is een cumul van jewelste en getuigt van weinig politieke deontologie. Dit is weliswaar niet onwettig, maar toch een bedenkelijke praktijk. Als OCMW-voorzitter moet Vanessa Vens cliënten doorverwijzen naar de sociale huisvestingsmaatschappijen zonder een daarvan te bevoordelen. Als OCMW-voorzitter moet zij overleggen met de sociale huisvestingsmaatschappijen en die op gelijke voet behandelen, maar als directeur van de Oostendse Haard wekt zij op zijn zachtst uitgedrukt een schijn van partijdigheid.   Het is dit soort machtsconcentraties die de politiek in Oostende in de afgelopen periode een slecht imago hebben bezorgd. Blijkbaar trekken sommigen geen enkele les uit de voorbije verkiezingen: de Oostendenaar wil een eerlijke politiek, met een strikte deontologie. Dit is oude politieke cultuur van de klassieke tripartite in Oostende die zich boven alles en iedereen verheven voelt, naar hartelust cumuleert en geen voeling meer heeft met wat kan en wat niet kan.

 

Het invoeren van de deontologische code in het Oostends OCMW kwam er onder druk van Groen, en was hoogst noodzakelijk. De volgende stap in de goede richting is het invoeren van een integriteitsplan. Men ziet een deontologische code en integriteitsplan soms enkel als regels, terwijl het net open instrumenten zijn waar maatwerk optimaal kan worden gerealiseerd en die mogelijkheden bieden om aan de organisatiecultuur te werken. Het zou een prima zaak zijn voor de Oostendse OCMW-bestuursleden en medewerkers en dit zal ook een positieve impact hebben op de dienstverlening naar de Oostendenaars toe.

 

Kristof Cornelis, OCMW-raadslid

Natacha Waldmann, Voorzitter Groen Oostende.

 

 

Dit deontologisch probleem in detail

 

 

Op 21 juni 2001 wordt mevrouw Vanessa Vens door de raad van bestuur als directeur benoemd van de BV CVBA De Oostendse Haard. Haar functie gaat in op 1 augustus 2001.

 

De Oostendse Haard en De Gelukkige Haard zijn de twee sociale huisvestingsmaatschappijen die in het werkgebied Oostende en Breden meer dan 3.000 sociale huurwoningen en sociale huurappartementen aanbieden.

 

Op 7 januari 2013 leidt Vanessa Vens als OCMW-voorzitter de installatievergadering van de nieuwe OCMW-raad. Vooraf legt ze als OCMW-voorzitter de eed af aan gemeenteraadsvoorzitter Sabine Frederich.

 

Vandaag, op woensdag 13 februari, ruim 5 weken na haar aanstelling als OCMW-voorzitter combineert Vanessa Vens nog steeds haar functie met die van directeur van De Oostendse Haard.

 

 

Wat is nu juist het deontologisch probleem?

 

  • Taakomschrijving als directeur van De Oostende Haard (zie statuten): 'In het kader van het dagelijks beheer is de directeur ondermeer bevoegd om in alle rechtsgeldingen op te treden als gevolmachtigde afgevaardigde van de vennootschap, om de vennootschap rechtsgeldig te vertegenwoordigen op openbare verkopingen, om het verkooprecht uit te oefenen alsook om de vennootschap te vertegenwoordigen op alle vergaderingen die betrekking hebben op de werking van de vennootschap. Hij woont tevens de vergaderingen van de bestuurders- en controleorganen bij en maakt de notulen ervan op. Hij is belast met het bijhouden van die notulen. Hij leidt de administratie van de vennootschap. De directeur heeft verder als taak de uitvoering van de beslissingen van de Raad van Bestuur en de dagelijkse leiding van de maatschappij. Hij is hoofd van het personeel.'

  • Als directeur is mevrouw Vanessa Vens ook lid van het toewijzingscomite?. De bevoegdheid van dit comite? bestaat erin woningen toe te wijzen aan kandidaat-huurders, alsook de vragen tot afwijking te behandelen.

Uit het jaarverslag van 2011: 'In de loop van 2011 werd het toewijzingscomite? 13 maal samengeroepen. Het toewijzingscomite? was tot eind 2011 samengesteld uit de voorzitter, de directeur, de maatschappelijk werker en 3 bestuurders.'

  • Als OCMW-voorzitter is Vanessa Vens ook van rechtswege voorzitter van de bijzondere comités. De voorzitter van een bijzonder comité heeft ook stemrecht. Zo is Vanessa Vens ook voorzitter van het bijzondere comité voor de sociale dienst. Het bijzonder comité voor de sociale dienst behandelt aanvragen op het gebied van individuele financiële en sociale dienstverlening. Het comité staat ook in voor het overleg tussen het OCMW en de instellingen, diensten en organisaties voor maatschappelijk werk zoals: ziekenhuizen, diensten voor verzorging en dienstverlening aan huis, onthaaltehuizen, crisis- en opvangcentra, jeugdtehuizen, enz. Maar het comité staat dus ook in voor het overleg met de sociale huisvestingsmaatschappijen.

  • Er stelt zich hier een onweerlegbaar belangenconflict dat deontologisch zeker niet te verantwoorden valt: Vanessa Vens behandelt in het bijzondere comité van de sociale diens individuele dossiers van cliënten. Via haar stemrecht beslist ze mee over de dossiers in kwestie. Ook dient Vanessa Vens overleg te plegen met de twee sociale huisvestingsmaatschappijen, waarvan één zijzelf nog steeds directeur is. In de praktijk betekent dit dat Vanessa Vens in staat is om in individuele cliëntendossiers te sturen, en ook kan sturen op het vlak van overleg met 'haar eigen' of de andere huisvestingsmaatschappij.

  • Mocht dit deontologisch probleem nog niet zonneklaar genoeg zijn, kan het ook afgetoetst worden aan de pas in voege getreden deontologische code van het Oostends OCMW:

      • uit artikel 1: 'De politici zijn geroepen om het gemeenschapsbelang in beleid om te zetten en getuigen van een correcte ethische opstelling.'

      • uit artikel 2: 'De leden van het OCMW moeten erover waken dat zij, ook buiten hun politieke activiteiten en in het licht van deze code, geen dienstverlenende activiteiten ontplooien die de eer en de waardigheid van hun mandaat kunnen schaden.'

      • uit artikel 7: 'Er wordt .. in de raad voor maatschappelijk welzijn een deontologische commissie ingesteld die waakt over de naleving van de deontologische code.'

  • Er werden tot op vandaag 13 februari nog totaal geen intenties vastgesteld dat Vanessa Vens op eigen initiatief uit één van beide functie zou terugtreden.

  • Groen Oostende betreurt dat OCMW-voorzitter Vanessa Vens niet uit eigen beweging een einde heeft gemaakt aan dit belangenconflict. Zo is Groen Oostende nu genoodzaakt dit deontologische probleem aan te kaarten bij de deontologische commissie van het OCMW. Bij deze kan Groen Oostende enkel aandringen op een dringende oplossing van dit belangenconflict, wat in wezen inhoudt dat Vanessa Vens kiest voor de functie als directeur van sociale huisvestingsmaatschappij De Oostendse Haard ofwel kiest voor de functie als voorzitter van het Oostends OCMW. Groen Oostende hoopt dat hierdoor zowel het OCMW als De Oostendse Haard zeer spoedig op een correct ethische en deontologische wijze ten dienste kan staan van de Oostendse bevolking.

  • Groen Oostende vindt het een uitdaging voor het Oostendse OCMW om de pas ingevoerde deontologische code voor het OCMW zo vlug mogelijk te flankeren met een integriteitsplan. Slechts 1 op 5 Vlaamse OCMW's wordt momenteel ondersteund door een integriteitsplan. Dit in Oostende implementeren en we sluiten meteen aan bij de top van de progressieve en ethische OCMW's. Groen stelt voor dat zo vlug mogelijk een externe integriteitscoördinator aangetrokken wordt, die het bestuur van het Sociaal Huis Oostende bijstaat bij het uittekenen van een integraal integriteitsplan. Het zou een prima zaak zijn voor de Oostendse OCMW-bestuursleden en medewerkers. Dit zal ook een positieve impact hebben op de dienstverlening naar de Oostendenaars toe.